Tips voor sollicitatiegesprekken

Jeugdconsulenten en beleidsmedewerkers WMO hebben verschillende achtergronden en zijn werkzaam in verschillende contexten. Daarom is het onmogelijk om een ​​’prototype’ voor te stellen van wat je doet. Het werk is zeer divers, maar we kunnen enkele eigenschappen herkennen die nuttig zijn.

Het kan soms erg stressvol zijn. Hiermee omgaan kan enthousiasme en (veel) geduld vragen. Bovendien toon je het vermogen om te luisteren en de behoeften van anderen te begrijpen en de specifieke kenmerken te herkennen. Dit vereist een mentale en organisatorische flexibiliteit, waardoor jeugdwerkers verschillende uitdagingen en moeilijkheden het hoofd kunnen bieden.

Als je op zoek bent naar werk en je voldoet aan deze bovenstaande kwalificaties, neem dan eens een kijkje bij BVNG.  Als je op zoek bent naar bijvoorbeeld een vacature voor jeugdconsulent.

Om je alvast voor te bereiden  op een eventueel sollicitatiegesprek, geven we in deze blog enkele tips. Het is frustrerend om te zien dat mensen die ergens goed bij passen niet door een sollicitatiegesprek komen. Om het speelveld een beetje beter te maken volgen een paar tips over solliciteren naar banen bij de overheid en hoe je het goed doet bij sollicitatiegesprekken.

Gedragsrichtlijnen

Kijk vooral naar de gedragsrichtlijnen die er voor de vacatures worden gevraagd. Meestal wordt er  geselecteerd op kandidaten op basis van hun reacties op het gedrag dat belangrijk wordt gevonden voor een functie (bijv. effectieve beslissingen nemen, veranderen en verbeteren) en je zult vragen kunnen verwachten over dit gedrag tijdens sollicitatiegesprekken.

Gebruik voorbeelden

Gebruik in je antwoorden voorbeelden in plaats van alleen beweringen te doen: antwoorden op gedragsvragen kunnen soms neerkomen op een reeks niet-onderbouwde beweringen over hoe goed of ervaren je bent. Dit zorgt er waarschijnlijk niet voor dat je op de shortlist gezet wordt of een baan aangeboden krijgt. Je moet dus gedetailleerde voorbeelden tijdens het gesprek naar voren brengen.

STAR model

Gebruik het STAR-model (Situatie, Taak, Actie, Resultaat) of CAR (Context, Actie, Resultaat) om jouw antwoorden te structureren: veel mensen gebruiken te veel ruimte om de situatie en taak uit te leggen. Het is veel beter om de situatie en taak in een korte zin of twee te beschrijven voordat je het grootste deel van je inspanning concentreert op een gedetailleerde uitleg van wat je persoonlijk hebt gedaan om de uitdaging aan te gaan. Leg zoveel mogelijk stappen uit. Noteer het resultaat in een zin.

Blijf bij één voorbeeld per gedrag: er is eigenlijk maar genoeg ruimte om één voorbeeld volledig uit te leggen. Als je uiteindelijk meer dan één voorbeeld geeft, is dit een teken dat je waarschijnlijk niet genoeg details hebt gegeven over je beste voorbeeld.

Gebruik ‘ik’ in plaats van ‘wij’: een relatief veelgemaakte fout is dat kandidaten ‘wij’ gebruiken in plaats van ‘ik’. Dit maakt het moeilijk om te weten wat je persoonlijk hebt gedaan om de uitdaging die je beschrijft aan te pakken. Het is veel veiliger om bij ‘ik’ te blijven.